Als coach, en als mens, zie ik het als mijn taak om de waaier aan emoties goed te kunnen doorgronden en te aanvaarden om ze ook -met liefde- te kunnen (h)erkennen en verwelkomen wanneer ze komen kloppen tijdens gesprekken. Wat mij opvalt, is dat er een aantal emoties behoorlijk vlot aanvaard worden en toegelaten worden om die ter sprake te brengen en daar iets mee te doen. Bijvoorbeeld verdriet, pijn, angst, ontgoocheling, verwarring, enzovoort. Maar er is ook die groep emoties die een pak minder verwelkomd en aanvaard wordt, met misschien als winnaar van die groep: Woede.
Elke persoon, elk individu, heeft zijn eigen verhaal wat ik reeds in On Narratives aangehaald heb. Dit heet het identiteitsnarratief dat de vormelijke eigenschappen aanneemt van een verhaal: het is lineair opgbouwd en er worden oorzakelijk verbanden gelegd om retrospectief een verduidelijking of een verklaring te destilleren over de identiteit. Dat verhaal speelt zich af op 2 fronten: enerzijds is er het verhaal/het narratief over de externe ervaringen (je plaats in de familie, je jobervaringen – denk nog maar aan de opbouw van een CV-, je relaties, je vriendschappen, je hobby’s, je persoonlijke overwinningen, je falingen, enzovoort) ; anderzijds heeft elk ook zijn verhaal over de interne leefwereld (de drijfveren, de emoties, de gevoelens). Op onbewust niveau, organiseert de mens via de structuur van het verhaal zijn/haar leefwereld -extern én intern- om die wereld op die manier te begrijpen en te controleren.
Maar net zoals het met scenario’s gaat, hebben we ook de neiging om, dat wat niet zo mooi past of onszelf nu niet direct als “mooi” naar voren brengt, die dingen te herschrijven. Er van uit gaande dat iets censureren ook een vorm van “herschrijven” is.
In onze scenario’s kiezen we liever om de spotlights te richten op de mooiste kant van bepaalde medailles: we willen begripvol zijn, we willen vergevingsgezind zijn, we willen evenwichtig zijn, we willen innerlijke rust vinden, we willen liefdevolle mensen zijn, we willen kunnen ‘loslaten’, we willen anderen het beste gunnen, … we willen onszelf graag zien. Hoe mooi en duidelijk deze wensen en aanwezige eigenschappen ook mogen zijn, er wordt té zeer gezwegen over die emoties die er onlosmakelijk mee verbonden zijn. In die zin, dat deze wensen eigenlijk al een antwoord , een keuze tonen van emoties/gevoelens die simpelweg de andere kant van de medaille zijn: onbegrip, wrok, vol tegenstrijdigheden, onrust, haat, verbittering, jaloezie … woede. Waarom hebben we het eigenlijk zo moeilijk met die donkere kant van de medailles?
Of het nu cultureel bepaald is, of gewoon simpelweg gezond verstand, of we ergens in het Land-van-Ooit de kracht van deze emoties ervaren hebben, er is een duidelijke reden waarom de spotlights op die ene kant van die respectieve medailles gericht wordt. We wéten dat wat we ‘donkere kanten’ noemen, onze leefwereld extern en intern zouden verwoesten. Die ‘donkere emoties’ met woede op kop houden inderdaad de belofte in van een woestheid. Woede verraadt een kracht die ook in ons zit, een kracht die agressie kan worden. En daar hebben we simpelweg angst voor. Ik denk dat wij als mensen vooral een angst hebben voor onze eigen potentie tot agressie. En vanuit die angst, worden de medailles bijna dwangmatig zo mooi mogelijk voorgehouden. Hoe mooi en goed het gewenste eindresultaat duidelijk verwoord wordt, het gaat hem net over de manieren waarop deze dan nagestreefd worden dat voor problemen kan zorgen. Namelijk die angst voor dat “potje woede” en de dwangmatigheid om dat “potje dicht te houden”.
Dit kan dan voor problemen zorgen, zoals overal waar je je laat leiden door deze of gene emotie. Daarbovenop zijn angst en dwang nu ook niet de meest bevrijdende van de hoop. Emoties zijn nu eenmaal ook maar wat ze zijn: die komen en die gaan. Het is nooit de bedoeling dat die emoties jou gaan leiden. Het is ten allen tijde de bedoeling in je persoonlijke groei om die tools te ontwikkelen die je in staat stellen je emoties te leiden, oftewel te managen. Dus, zo ook wanneer die woede komt kloppen. Want ze zal best wel eens op die deur kloppen.
Of je woede zal voelen door een extern iets of iemand, of door een interne herinnering aan een trauma of een interne dialoog, die woede is van jou. En woede is een emotie die zeer herkenbaar is door bijkomende fysieke eigenschappen: het brengt namelijk de energiehormonen op gang (Adrenaline en Noradrenaline)… Dezelfde hormonen dus die wij ook voelen bij angst én bij agressie (overlevingsinstincten Vechten of Vluchten). Kunst is dus om hiermee te leren omgaan, zonder dat die hormonen ons overmeesteren.
Wij hebben als mens drie manieren/tools om met deze woede om te gaan:
Ofwel kunnen we woede/kwaadheid uitdrukken. Hiermee wordt dan bedoeld dat we op een assertieve manier (in tegenstelling tot een agressieve manier) die kwaadheid te uiten. Ofwel kunnen we die onderdrukken om deze daarna om te vormen en te heroriënteren. Het goede hieraan is dat er een manier gezocht wordt om de kracht van deze emoties te hertalen/herschrijven naar meer constructief gedrag als antwoord op het potentieel van agressief gedrag, wat destructief is. Het gevaar echter van deze reactie is dat als het niet op een andere manier tot expressie kan komen, dan kan die woede intern gekeerd worden en oorzaak zijn voor spanning, hoge bloeddruk en depressie. Andere tekenen aan de wand van niet behandelde onderdrukte woede kunnen zijn: stijve nek, tandenknarsen, misselijk worden, … Onuitgesproken woede veroorzaakt ook andere problemen, die veeleer te voelen zijn voor je omgeving (relaties): passief-agressieve uitlatingen, het veelvuldig gebruik van de humorvorm cynisme (bitterheid), of na verloop van tijd kan je zelfs als vijandig overkomen. En als laatste kunnen we ook inwendig fysiek terug kalmeren. Hierbij kunnen we dan leren focussen op ons extern gedrag en de biologische kennis van wat woede teweegbrengt om dan tot rust te komen via de ademhaling, even afstand creëren, de adrenaline “eraf lopen”.
In (mijn) prakijk merk ik echter dat deze drie manieren op zich fantastisch zijn als tool om de leefwereld zo aangenaam mogelijk te maken of te houden. In die zin dat deze drie omgangsvormen met woede alvast veel gezonder zijn, dan wanneer de agressie van die emotie jou overneemt en je zou toeslaan op je omgeving. Maar er is daarom nog geen sprake van aanvaarding of laat staan, “lossen” van woede, die nu eenmaal wel in je zit. Wie dat graag gelooft, wil vasthouden aan de mogelijkheid van de shortcuts. Ik weet echter niet of dat kan lukken in het leven. Moet er immers niet eerst een “vastpakken” zijn voor je kan “loslaten”?
Ik denk dat het geheim erin ligt om, naast een van de drie bovenstaande manieren, je woede even vast te pakken op een moment dat je niet prioriteit moet geven aan die leefwereld, maar aan jezelf. Je woede is van jou, die is ok. Er is ook een reden waarom je woede voelt. Deze leren benoemen voor jezelf betekent dus ook iets van jezelf leren erkennen, zonder veroordeling. Want misschien heeft woede zijn eigen bestaansrecht? Misschien is het de sleutel om totnogtoe ongedefinieerde angsten te kunnen achterhalen? Het is pas als je die interne dialoog durft aan te gaan, dat je heel wat informatie over jezelf te weten komt die veel constructiever kan zijn in de opbouw van een liefdevolle relatie met jezelf. En met anderen.
Rood is de kleur van agressie en passie. Rood is ook de kleur van de Liefde.
Ben je klaar voor Rood?
Eén opmerking over 'Code Rood. Wanneer woede op de deur klopt.'